Diegenen die juichen om het afzwakken van de Green Deal vergeten dat afgelopen voorjaar de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), een Europese richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, is aangenomen. Alhoewel onder druk van de regeringsleiders die richtlijn is afgezwakt tot grote bedrijven, gaan die bedrijven extra eisen stellen aan hun leveranciers. Daarmee zal de impact van die richtlijn veel groter worden dan velen verwachten en sneller gaan dan de beleidsvoornemens van de Europese Commissie.

Winst boven gezondheid
Kritische aandeelhouders van Nestlé vinden dat het bedrijf meer gezonde producten moet verkopen. De directie van Nestlé ziet dat niet zitten omdat met name op de ongezonde producten de grootste winstmarges zitten; aldus de NRC op 15 maart 2024. Het voedselaanbod waaruit we kiezen, wordt sterk bepaald door de voedingsindustrie en de supermarkten. Zij beheersen de voedselmarkten en zetten vooral in op veel verdienen met ultrabewerkte voedselproducten, die onze gezondheid ondergraven.

Europa moet lef tonen en de massieve weerstand van de gevestigde financiële belangen trotseren
Het voedselsysteem staat niet langer ten dienste van het algemeen belang, maar van een deelbelang. De democratische instituties die ons belang moeten beschermen zijn als het ware gevangen door industriële partijen in de voedsel- en landbouwsector voor hun belangen. “Een vorm van systeemcorruptie” noemt Jeroen Candel, universitair hoofddocent van Wageningen Universiteit, dit.

Boeren betogen voortdurend tegen het Europese landbouwbeleid en de voornemens in de Green Deal. Maar wij als Europese burgers zouden moeten betogen tegen de machtige internationale conglomeraten in de voedselketen, die het voor velen onmogelijk maken goedkoop, duurzaam en gezond te eten. En juist Europa is groot genoeg om hun macht om te buigen naar goed voedselbeleid.

Big business
De aandeelhouders van de twintig wereldwijd grootste voedselbedrijven (graan, vlees, zuivel en kunstmest) kregen in de afgelopen twee jaar $53 miljard uitgekeerd. Die grote bedrijven gebruiken hun macht om forse winsten te maken en die winsten door te sluizen naar hun aandeelhouders.

De voedselmarkt is een internationale, door grote multinationals gedomineerde markt. In de schaduw van de voedselketen opereren de vier zogenoemde ABCD-leveranciers van voedselgrondstoffen. Deze transnationale bedrijven – ADM (Archer-Daniels Midland), Bunge, Cargill and Dreyfus - beheersen samen de wereldwijde grondstoffenmarkt. Een bedrijf als ADM had in 2023 een omzet van $94 miljard en een jaarwinst van $3,5 miljard. Door hun omvang hebben ze een enorme macht. Naast de grondstoffen beheersen ze ook andere onderdelen van de voedselketens. Verder speculeren ze op grote schaal met voedsel. Door die speculatie kunnen voedselprijzen exploderen. Het wordt tijd dat Europa ook voor dit soort bedrijven – net als voor financiële instellingen (Basel-akkoorden) en de ICT-giganten - regulerend gaat optreden.

In veel onderdelen van de voedselketen, zoals de zaadsector, de kunstmestindustrie en de supermarktbranche, is sprake van oligopolies die de markt beheersen. Blijkbaar werkt de Europese Mededingingswetgeving onvoldoende.

Naast de wereldwijde ABCD-bedrijven zijn er ook andere partijen in de voedselketen die flink verdienen aan ons voedsel. Veel bedrijven hebben de stijgende grondstofprijzen en de zorgen over voedselzekerheid gebruikt om hun prijzen meer te verhogen dan nodig was om hun kosten te dekken. Het afgelopen jaar waren niet voor niets termen als 'graaiflatie' en 'krimpflatie' aan de orde van de dag.

Om daarvan enkele voorbeelden te geven:


Uit een lijst van Quotenet met de verdiensten in de Nederlandse voedselketens blijken vele multimiljonairs met een vermogen van meer dan €100 miljoen werkzaam te zijn in de handel, de logistiek, de slachterijen en de veevoedersector. Het is niet verbazingwekkend dat de Quote 500 veel personen uit de voedselsector telt. In de retailsector zijn het nogal wat familiebedrijven die veel vermogen hebben vergaard. Navrant is dat ze het meest verdienen in de AGF (aardappelen, groenten en fruit), terwijl die producten om gezondheidsredenen juist meer geconsumeerd zouden moeten worden en dus goedkoper moeten zijn voor mensen met een kleine beurs.

Banken spelen een belangrijke rol in de mondiale veevoedersector en de productie van vlees en zuivel, schrijft The Guardian. “Rabobank moet minimaal 9,5 miljard euro betalen voor natuurverwoesting,” stelt Greenpeace. Volgens hen maakt die bank minstens 700 miljoen euro winst in sectoren met een groot ontbossingsrisico in Brazilië. Rabobank zegt op haar website dat ze geen ontbossing financieren. Een rapport van een Britse NGO schrijft over de Rabobank: “Yet it was the sixth-largest financier of JBS, and the tenth-largest creditor to Minerva between 2015-22”. Dat zijn twee grote Braziliaanse vleesbedrijven die verantwoordelijk zijn voor veel ontbossing in Brazilië.

Volgens een recent rapport van de FAO bedragen de externe kosten van onze voedselsystemen jaarlijks 10 biljard dollar. Verreweg het grootste deel daarvan wordt beschouwd als gezondheidsschade, met voedsel dat te weinig goede voedingsstoffen bevat en obesitas als belangrijkste factoren. Maar bedrijven, en daarmee de aandeelhouders, draaien niet op voor de milieu- en gezondheidsschade. Op de Beurs worden bedrijven niet afgerekend op hun maatschappelijke effecten.

Op de Beurs worden bedrijven niet afgerekend op hun maatschappelijke effecten
Macht in de voedingsketens
De opbrengsten en de winsten in de voedselketen zijn heel ongelijk verdeeld over de verschillende partijen in de voedselketen. Dat komt vooral doordat sterkere partijen in staat zijn zich de toegevoegde waarde van de voedselproductie toe te eigenen en zich zo verder te versterken. De afgelopen vijftig jaar zijn de machtsverhoudingen in de voedingsketen daardoor enorm veranderd.

Boeren hebben zich weliswaar in steeds grotere coöperaties georganiseerd om hun afzetpositie te verbeteren, maar toch is hun machtpositie verzwakt. Want de wetten van vraag en aanbod gelden ook voor de voedselprijzen en door de overproductie van granen, vlees en zuivelproducten van de laatste decennia is in heel Europa een neerwaartse trend aanwezig. Daardoor worden boeren gedwongen hun bedrijf te vergroten en te intensiveren.

Intussen zijn zowel de supermarkten als de voedingsindustrie multinationals geworden, die met hun inkoopmacht op de Europese markt en soms zelfs op wereldschaal opereren. Daardoor kunnen ze boeren in Nederland uitspelen tegen boeren uit België, Frankrijk of Duitsland. Binnen de retailsector is een voortdurende fusie- en concentratiegolf gaande. Albert Heijn en Jumbo zijn in Nederland de grote spelers. Pogingen van overheden om machtsmisbruik en oneerlijke handelspraktijken tegen te gaan, hebben maar beperkt effect door de grote inkoopmacht van supermarkten. In Frankrijk heeft men daarom extra wetgeving gemaakt om te zorgen dat boeren en tuinders een redelijke beloning krijgen. Frankrijk bepleit momenteel ook een sterkere marktordening op Europees niveau.

Van der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, heeft onlangs in het Europees Parlement aangekondigd dat ze een versterking van de positie van de boeren wil bevorderen. Het is nog onduidelijk of ze de Franse voorstellen als richtinggevend zal beschouwen.

De politieke lobby van de voedselketens
Zoals het militair-industriële complex een grote politieke macht is geworden, zo heeft ook de agribusiness een enorme invloed gekregen op de politieke ontwikkelingen in Nederland als ook in Europa.

In Nederland is het agribusinesscomplex een miljardenindustrie geworden. Het heeft direct toegang tot de ministeries van Landbouw, van Economische Zaken en van Volksgezondheid. Hun lobbykracht is er vooral op gericht het bestaande systeem in stand te houden en het overheidsingrijpen in de voedselmarkt te minimaliseren. Dat blijkt ook uit de invloed die ze hebben uitgeoefend op het Preventie-akkoord, dat bedoeld is om de gezondheid van Nederlanders te vergroten. Uit een recent onderzoek van het RIVM blijkt dat uitvoering van de afspraken in het Preventie-akkoord volstrekt onvoldoende zijn om de obesitasepidemie af te wenden.

Op Europees niveau spelen dezelfde lobbies: “The giants of the food industry have been successful in lobbying against EU-wide regulation that could genuinely promote healthier food environments,” schrijft Amandine Garde, hoogleraar uit Liverpool.

“Agriculture lobby groups have been in constant contact with a small group of influential European politicians, holding an average of over two meetings a week while the bloc negotiated flagship reforms to protect nature and climate", schrijft onderzoeksjournalistiek platform DeSmog. Naast Copa Cogeca, de belangenorganisatie van het landbouwbedrijfsleven, waren ook vertegenwoordigers van de pesticidenindustrie, zoals Syngenta, Bayer en BASF, aanwezig. De aankondiging in de Green Deal van Timmermans dat het gebruik van pesticiden gehalveerd moest worden is sindsdien door het Europees Parlement en inmiddels ook door de Europese voorzitter Von der Leyen naar de prullenbak gestuurd.

“It is evident that numerous conservative MEPs from the EPP group are historically very close to Copa Cogeca, the farm lobby that mostly defends the interests of the largest farms and landowners, rather than the smaller farms”, aldus DeSmog.

Op Europees niveau blijkt die lobby vooral nauwe banden te hebben met de EPP (EVP), de Christendemocratische fractie, die ook de grootste is in het Europees Parlement. DeSmog heeft dat netjes in kaart gebracht. Ook Von der Leyen is van de Christen-Democratische familie. Naar aanleiding van de boerenprotesten heeft ze een aantal maatregelen voor de vergroening van de landbouw geschrapt. Von der Leyen heeft ook verhinderd dat een wettelijk Framework voor duurzame voedselsystemen is gepubliceerd ondanks de toezeggingen die ze daarover gedaan had.

Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft de landbouwlobby de angst voor een tekort aan voedsel en hoge voedselprijzen in Europa aangewakkerd
Veel Europarlementariërs hebben ook zelf belang bij het voortzetten van het Europees Landbouwbeleid. Ook in Nederland treedt belangenverstrengeling op. Zo is Eerste Kamerlid voor de BBB Gert-Jan Oplaat ook voorzitter van Nepluvi, de brancheorganisatie voor de pluimveeverwerkende industrie en voorzitter van de Europese pluimveebranche AVEC.

Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft de landbouwlobby de angst voor een tekort aan voedsel en hoge voedselprijzen in Europa aangewakkerd. Ze heeft vooral een luisterend oor gevonden bij de EPP (EVP). Die heeft zich nu tegen een aantal voorstellen uit de 'Farm to Fork strategy' gekeerd, vooral uit angst voor stemmenverlies bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Daarmee komt de beoogde Green Deal onder druk te staan.

De Europese instituties, zoals het Europees Parlement en de Landbouwraad, zijn ingekapseld door private partijen. Een voorbeeld daarvan is de aanwezigheid van de Copa Cogeca en juist de afwezigheid van andere private partijen bij de Informele Landbouwraad. Ook opmerkelijk is dat de landbouwsector in de Europese beleids- en besluitvorming in feite een stand-alone positie heeft en niet als een van de sectoren meeloopt in de generieke Europese afstemmingsoverleggen zoals de Coreper.  “Agricultural exceptionalism” noemt Candel dit. Hij vindt dat de agribusiness zich van dezelfde tactieken is gaan bedienen als de tabakslobby: Twijfel zaaien met zogenaamd onafhankelijk onderzoek. Het financieren van media-events en congressen waar ze ambtenaren en politici bij uitnodigen en hun boodschap kunnen uitdragen. Daardoor letten politici steeds minder op of onderzoek wel onafhankelijk is. “Er is een sterkere 'science policy interface' nodig, waarbij politici worden ondersteund met en door betrouwbare wetenschap.”

Het businessmodel voor ongezonde producten moet onaantrekkelijker gemaakt worden. De gezonde keuze moet de goedkoopste keuze worden. Gezond en duurzaam voedsel moet voor iedereen betaalbaar zijn. Dat betekent dat het huidige verdienmodel van bedrijven - om ongezond voedsel te produceren en te verkopen - radicaal moet worden omgedraaid. Het bewerken van voedsel kan nuttig zijn voor de voedselveiligheid en de bewaarbaarheid van producten, maar het toevoegen van teveel suikers, vetten of zout vraagt om een veel striktere regulering. Het vraagt ook om extra belastingen voor suikerhoudende dranken. Daarnaast zijn – net als bij sigaretten – waarschuwingsetiketten nodig om consumenten bewust te maken van hun impact.

Wat betekent dit voor Europa?

Uit het torpederen van de ‘Farm to Fork Strategy' is duidelijk geworden hoe groot de macht is van het agro-industrieel complex in Europa. De rol van de Landbouwcommissie van het Europees Parlement, die als een verlengstuk van de agro-industrie fungeert, is daarbij cruciaal gebleken.

Veranderingen in de voedselketens komen niet altijd vanuit Den Haag of Brussel
Alleen de focus leggen op de gewenste beleidshervormingen blijkt dus onvoldoende. Politiek-institutionele veranderingen zijn nodig. Bijvoorbeeld het versterken van de transparantieregels, en strengere regels voor het vermijden van ‘conflicts of interests’. Dus geen zeggenschap voor Europarlementariërs over zaken waar ze zelf belang bij hebben. De recente Europese voorstellen voor het verbeteren van de transparantieregels worden door de Europese Rekenkamer en de Europese Consumentenbond als onvoldoende beschouwd.

Europa moet lef tonen en de massieve weerstand van de gevestigde financiële belangen trotseren. Met de verdere verrechtsing van het Europees Parlement zal het veel moeite kosten om de noodzakelijke verbeteringen te realiseren. Hoe de nieuwe samenwerking tussen de Europese Christen Democraten en de Groenen gaat uitwerken is nog ongewis.
Wat in ieder geval wel duidelijk is dat de nieuwe Europese CSRD-richtlijn gaat doorwerken in de voedselketen. Bedrijven moeten gaan rapporteren over hun prestaties op MVO-gebied. Hierdoor zal meer transparantie gaan ontstaan over hun feitelijke inspanningen. Grote internationale bedrijven in de voedselketens sorteren inmiddels voor op die nieuwe werkelijkheid. Ook in Nederland gaan bedrijven met het concept van regeneratieve landbouw experimenteren om op die manier hun MVO-inspanningen te vergroten. Veranderingen in de voedselketens komen niet altijd vanuit Den Haag of Brussel.

Joost de Jong is oud beleidsmedewerker van het ministerie van LNV
Jacky Bax schrijft regelmatig voor de WBS (Wiardi Beckmanstichting)

Dit artikel afdrukken